The Edinburgh of the South

De dag nadat de Kepler Track liep, begon het weer te regenen in Te Anau. Een jongen op mijn kamer zei nog: ‘Ik ben jaloers op iedereen die net terug is..’ Hij zou de dag erna beginnen en de hele dag stromende regen hebben. Ik had toch wel een aardig griepje opgelopen, dus ik heb me vermaakt op de bank in het hostel. Inmiddels gaat het een stuk beter hoor. De droge hoest is overgegaan in een lekkere rochel. Haha. Het is goed als alles lekker loskomt toch? Sorry roommates =D

Na alle regen was ik blij een paar dagen geleden weer eens in korte broek te kunnen lopen in Dunedin (Dun-ie-din). Dunedin wordt het Edinburgh of the South genoemd. Dunedin is ook de Keltische benaming voor de Schotse hoofdstad. De Schotten waren de eerste die hier in de 19e eeuw kwamen en nog steeds zie je de Schotse invloeden op straat. Het stratenplan is ook hetzelfde als van de Schotse stad. Dunedin is de grootste stad op het zuidereiland waar ik tot nu toe ben geweest. Het is er levendig door de vele studenten en ik mag de sfeer wel hier. Bij Dunedin is het Otago Peninsula (schiereiland), waar een paar bijzondere dieren leven. De natuur is hier weer zo anders dan in Fiordland. Het lijkt wel een beetje op de kusten bij Schotland. Ook weer mooi!

Op dit moment zit ik in een café te wachten op de intercity bus naar Queenstown. Voor de 3e en laatste keer zal ik in deze stad aankomen. Morgen stap ik weer op de Stray-bus, terug naar de hoge bergen. Nog even een paar dagen genieten bij Mount Cook en dan zit het avontuur er hier bijna op..

Wat deed ik de afgelopen week?
- In Queenstown ging ik naar de film The Lady in a Van. Een erg grappige Engelse film over een oud vrouwtje dat in een vies busje woont.
- In Dunedin deed ik een stadstour en leerde ik meer over de Schotse invloeden.
- Ik bezocht het Lancaster Castle op het Otago Peninsula. Dit is het enige kasteel in Nieuw-Zeeland. Wij zouden het meer een landhuis noemen trouwens ;).
- Ik deed een wildlife tour over de Otago Peninsula. De gids wist echt alles over de dieren. Als hij vanuit zijn ooghoek iets zag vliegen, wist hij meteen welke vogel het was. Ik heb o.a. de Konings Albatros bij Taiaroa Head zien vliegen. Ze zweven als meeuwen op de wind om de rotsen heen daar. Tegen de avond gingen we naar een afgelegen strand waar we de geel-oog pinguïn uit het water zagen komen. Dit is de zeldzaamste pinguïn van alle soorten. Er zijn er nog zo’n 5000-6000. Bijzonder om te zien. Ook zijn kleine vriend de blauwe pinguïn heb ik gezien in de nestholen daar. Een paar meter verderop op de rotsen stikte het van de pels zeehonden. Er waren een heleboel pups. Erg schattig. Verder hebben we een boel vogels gespot, o.a. lepelaars, zwarte zwanen, paradijs eenden, steltlopers en aalscholvers.
- Ik bezocht het gratis Otago museum over de geschiedenis van de regio.
- Ook deed ik een bezoekje aan het gratis Settlers Museum. Dit ging over de bewoning van het gebied, beginnend met de Maori en vervolgens de Schotten en de goudzoekers. Beide musea waren erg groot en mooi trouwens. Heel interactief ook. En dat allemaal gratis. Dat mag ik wel!

En dan nu weer op naar de bergen!